UU inhouse Beroepsopleiding Socratisch gespreksleider

De UU inhouse Beroepsopleiding Socratisch Gespreksleider vindt plaats in vijf bijeenkomsten van 3,5 uur. Wat gaan we doen?


I – LEERDOEL

Na deze opleiding ben je in staat onderzoeksgesprekken op basis van de socratische methode te leiden. Daarin begeleid je studenten en/of collega’s bij het vinden van nieuwe inzichten en handelingsperspectieven.

Gedurende de opleiding bestudeer je enige literatuur. Tijdens de bijeenkomsten werk je samen in praktische opdrachten en oefengesprekken. Je onderzoekt betekenisvolle vragen, ontwikkelt een onderzoekende houding en verwerft een aantal socratische basisvaardigheden.

Je leert deze methode toe te passen binnen verschillende contexten. Dit vereist verwerving van een reeks competenties.

II – COMPETENTIES

A – Kennis
De gespreksleider:
a) is vertrouwd met de uitgangspunten van de socratische methode
b) kent de klassieke opvattingen rond het begrip meesterschap en bijbehorend filosofisch gedachtengoed
c) heeft basale kennis van enkele filosofische vragen in verschillende deelgebieden van de filosofie, die in overleg worden vastgesteld. Denk aan gebieden als ethiek (Wat is het goede?), sociale en politieke filosofie (Wat is rechtvaardigheid?), wetenschapsfilosofie (Wat is wetenschap?), kennistheorie (Wat is kennis?), filosofische antropologie (Wat is een mens?) en esthetica (Wat is schoonheid?).

B – Vaardigheden
De gespreksleider:
a) past deze kennis in het gesprek toe zonder inhoudelijke overwegingen aan te reiken
b) geeft de deelnemers duidelijke spelregels en instructies
c) structureert, faseert en regisseert het groepsdenkproces en houdt orde, rust en overzicht
d) brengt de deelnemers tot welwillend en vrijmoedig denken en spreken
e) is een voorbeeld in:
I) het waarderen en inspireren van de deelnemers
II) het initiëren van betrokkenheid en samenwerking
III) een kritische, open en onderzoekende houding
IV) nauwkeurig luisteren
V) het zich verplaatsen in gedachten, gevoelens en verlangens van anderen
V) het bewaken van eenduidigheid en het stellen van vragen
VI) een beknopte en concrete spreektrant
f) brengt de deelnemers ertoe hun oordeel voor de duur van het onderzoek op te schorten
g) waarborgt de inhoudelijke voortgang zonder dat de deelnemers fases overslaan of vroegtijdig definities formuleren
h) bewerkstelligt dat het onderzoek van de deelnemers tevens een zelfonderzoek is
i) werkt met verschillende soorten hulpvragen en verschillende vormen van feedback
j) is in staat vooronderstellingen te onderscheiden
k) leidt adequaat af wat deelnemers bezighoudt en formuleert daarmee corresponderende vragen
l) heeft oog voor groepsdynamiek en is sensitief in verbale en non-verbale communicatie
m) waarborgt een atmosfeer van vertrouwen en relatieve veiligheid
n) reageert adequaat op signalen van onveiligheid
o) waarborgt afstand van kortetermijnbelangen en zorgen van alledag
p) bewaart distantie ten aanzien van de deelnemers

III – PROGRAMMA

De opleiding bestaat uit vijf bijeenkomsten van 3,5 uur. De cursisten hebben baat bij het bestuderen van enige literatuur. Daarnaast wordt van de cursisten verwacht dat zij daadwerkelijk filosofische oefengesprekken gaan voeren. Eerst met vrienden, kennissen en/of familieleden; na de tweede bijeenkomst met hun doelgroep, zoals collega’s.

Bijeenkomst 1 – beeldvorming

13.15 Inloop, koffie, thee
13.30 Kennismaking, verwachtingen, leervragen
14.00 Oefening: Wat is …?
14.20 Filosoferen: een introductie
14.45 Pauze
15.00 Filosofisch gesprek onder leiding van de docent
16.00 Evaluatie filosofisch gesprek
16.15 Instructies voor het oefenen met filosofische gesprekken
16.25 Voorbereiding bijeenkomst 2
16.30 Einde

Doelstelling:
• door te ervaren begrijpen wat de kenmerken, voorwaarden en resultaten van een filosofisch gesprek zijn.

Voorbereiding op de eerste bijeenkomst:
• bestudering Filosoferen aan de keukentafel. Recepten voor een goed gesprek: p. 12-31 en 98-109;
• formulering van een eigen leervraag, afgestemd op de context waarin de deelnemer het filosofische gesprek wil gaan toepassen.

Activiteiten:
• kennismaking en aanscherping van ieders leervraag;
• een filosofisch gesprek onder leiding van de trainer;
• oefening in enkele aspecten van het stellen van vragen in de rol van gespreksleider.

Uitdagingen:
• het hoeden van de vraag: niets is verleidelijker dan in een vroeg stadium de vraag te beantwoorden of deze te zien als een kwestie waarover louter meningen bestaan die allemaal evenveel bestaansrecht hebben;
• een beroep doen op de kennis en ervaring van de deelnemers. Bij veel ‘abstracte’ kwesties lijken die eigen kennis en ervaring niet zo relevant; het tegendeel is echter waar.

Voorbereiding op bijeenkomst 2:
• bestudering Filosoferen aan de keukentafel: hoofdstuk 2, p. p. 33-95;
• het leiden van twee oefengesprekken met vrienden en/of familieleden;
• het schrijven van een kort, aansprekend verslag van beide oefengesprekken met ruimte voor zowel het proces als de oogst van het gesprek, inclusief punten die goed gingen en leervragen op basis van wat minder goed ging;
• het formuleren van een geschikte uitgangsvraag voor een filosofisch gesprek.

Bijeenkomst 2 – instructies, vraag en concrete ervaringen
13.15 Inloop, koffie, thee
13.30 Ervaringen met gesprekken, nieuwe leervragen
14.00 Van kwestie naar geschikte uitgangsvraag
14.20 Oefening: rollenspel ‘de dialoog’
14.40 Evaluatie oefening
14.50 Pauze
15.05 Introductie van de gespreksleider
15.15 Oefening: filosofische gesprekken in drie groepjes.
16.00 Evaluatie filosofische gesprekken
16.20 Voorbereiding bijeenkomst 3
16.30 Einde

Doelstellingen:
• uitgangsvragen voor een filosofisch gesprek beoordelen;
• eigen maken van instructies voor de deelnemers;
• een filosofisch gesprek leiden en beoordelen.

Activiteiten:
• het (her)formuleren van een geschikte uitgangsvraag voor een filosofisch gesprek;
• oefening in het op de juiste wijze instrueren van de deelnemers.
• het zelf leiden van een kort filosofisch gesprek;

Uitdagingen:
• Ontwikkel een geschikte vraag – niet iedere vraag is geschikt voor een filosofisch gesprek. Het is cruciaal dat de gespreksleider de criteria voor een geschikte uitgangsvraag trefzeker kan toepassen en ervoor zorgt dat de deelnemers gezamenlijk deze vraag vaststellen.
• Het is belangrijk dat de deelnemers hun onderzoek uitvoeren door het vinden, uitwisselen en onderzoeken van persoonlijke ervaringsvoorbeelden. Hiertoe moeten zij de juiste instructies en genoeg denkruimte krijgen van de gespreksleider.
• De waarde van precisie – zoals ieder vraagstuk vereist ook een filosofisch onderzoeksgesprek een hoge mate van precisie. Toch zijn we in een filosofisch gesprek soms geneigd met een forse mate van vaagheid genoegen te nemen. Dan werkt zo’n gesprek niet.

Voorbereiding op bijeenkomst 3:
• het voorbereiden en leiden van twee filosofische oefengesprekken met de eigen doelgroep;
• het schrijven van verslagen en het formuleren van leervragen op basis van literatuurstudie en oefengesprekken;
• het voorbereiden van een geschikte vraag.

Bijeenkomst 3 – van concrete ervaringen naar inzichten
13.15 Inloop, koffie, thee
13.30 Ervaringen met oefengesprekken: nieuwe leervragen
14.00 Waardenoefening & evaluatie
14.35 Oefening in tweetallen: selecteer een waarde, formuleer de Wat is-vraag,
onderzoek een voorbeeld en zoek het hittepunt
15.00 Evaluatie van de oefening
15.15 Pauze
15.30 Filosofische gesprekken in drie groepen
16.15 Evaluatie filosofische gesprekken
16.25 Voorbereiding bijeenkomst 4
16.30 Einde

Doelstellingen:
• het leren doorvragen en zoeken naar het hittepunt in de concrete ervaringen;
• het stimuleren van de deelnemers om elkaar te bevragen;
• het zelfstandig leiden van een filosofisch gesprek, inclusief het kunnen afleiden van (gedeelde) inzichten uit de concrete ervaringen;
• het leren evalueren van een filosofisch gesprek.

Activiteiten:
• waardenonderzoek;
• filosofische gesprekken voeren in subgroepen;
• gezamenlijk zoeken naar de hittepunten in de verschillende ervaringen;
• elkaar feedback geven op die aspecten van het proces die van grote invloed zijn op het gesprek.

Uitdagingen:
• Het kunnen afleiden van een inzicht uit een ervaring vereist onder meer een scherp oog voor detail en voor de emotionele ontwikkeling in het verhaal van een voorbeeldervaring. Hoe ontwikkel je de gevoeligheid daarvoor?
• het filosofische gesprek lijkt te worden bepaald door een aantal vormkenmerken. Toch kan behalve de inhoud ook de vorm variëren. Wat zijn die variaties, wat is nu echt kenmerkend voor een filosofisch gesprek en hoe houd je vast aan die kenmerken? Hoe doe je dat, met behoud van aandacht voor varianten?

Voorbereiding op bijeenkomst 4:
• Het leiden van minimaal twee filosofische gesprekken met de eigen doelgroep;
• Het schrijven van een evaluatie van de oefengesprekken, met ruimte voor zowel het proces als de oogst van het gesprek (complimenten en leervragen o.b.v. wat minder goed ging).

Bijeenkomst 4 – socratisch onderzoek = gezamenlijk zelfonderzoek
13.15 Inloop, koffie, thee
13.30 Leervragen naar aanleiding van oefengesprekken en cursusgids; leerdoelen
14.00 Oefening Kunst en jij
14.45 Evaluatie oefening
15.00 Pauze
15.15 Filosofisch gesprek in drietallen: het vinden van regels en principes
16.00 Evaluatie van de gesprekken
16.15 Evaluatie bijeenkomst 4
16.25 Schriftelijke evaluatie
16.30 Einde

Doelstellingen:
• ervaring opdoen met socratisch zelfonderzoek naar aanleiding van een kunstwerk;
• het verwerven van een zodanige beheersing van de filosofische gesprekstechniek dat ook kortdurende gesprekken van 10 of 20 minuten met succes zijn te leiden.

Activiteiten:
• filosofische gesprekken in subgroepen, gericht op zelfonderzoek naar aanleiding van een kunstwerk;
• nabespreking; lessen voor het leiden van filosofische gesprekken;
• bespreken van vragen en moeilijkheden inzake filosofische gespreksvoering.

Uitdagingen:
• Een filosofisch gesprek leiden is één, zelf een socratisch onderzoek doen is twee. Ervaring met het tweede is een vereiste om het eerste goed te kunnen doen. Dat is echter niet eenvoudig als het om zelf verworven kennis gaat. Als docent ben je nu eenmaal geneigd dingen uit te leggen. Dat maakt het socratisch onderzoeken van eigen kennis moeilijk, maar wel des te interessanter.
• Het zelfstandig leiden van filosofische gesprekken is en blijft moeilijk. Alleen veel oefening helpt. Daarvoor zijn oefengelegenheden nodig. Hoe creëer je die?

Voorbereiding op bijeenkomst 5:
• oefening: in gesprek met je daimonion;
• Het leiden van een socratisch gesprek met de eigen doelgroep;
• Het schrijven van reflectief verslag van dit gesprek.

Bijeenkomst 5 – zelfonderzoek: kennis en verbeelding
13.15 Inloop, koffie, thee
13.30 Leervragen naar aanleiding van oefengesprekken en cursusgids; leerdoelen
14.00 Ethica: aretè. Meesterschap, de kunst goed te leven en de kardinale deugden
14.20 Oefening Het juiste midden
14.45 Evaluatie oefening
14.55 Pauze
15.10 Het poëtisch argument: de rol van verbeelding in het filosofische gesprek
15.25 Oefening: beeldtaal en het afleiden van principes
15.50 Filosoferen in de praktijk van de cursist
16.10 Evaluatie bijeenkomst 5
16.20 Schriftelijke evaluatie van de opleiding
16.30 Einde

Doelstellingen:
• aandacht voor het filosofisch gesprek als vorm van levenskunst;
• toepassing van het begrip meesterschap in de praktijk van filosofische gespreksvoering;
• ingaan op vragen, mogelijkheden en moeilijkheden inzake filosofische gespreksvoering in de eigen praktijk.

Activiteiten:
• kennismaking met de kardinale deugden;
• oefenen in ethica, ofwel de kunst goed te leven;
• oefenen in het gebruik van verbeelding tijdens het filosofische gesprek;
• oefenen in het leiden van een nabespreking;
• bespreking van en adviezen voor ieders plannen om met het leiden van filosofische gesprekken aan de slag te gaan/te blijven;
• evaluatie van de cursus.

Uitdagingen:
• Iemands woorden en gedrag zijn niet altijd in overeenstemming met wat hij of zij weet. Wat is dat: iets weten? Hoe verhouden ervaring en intuïtie zich tot de strikt discursieve analyse? Wie ze uitsluit van het filosofisch onderzoek, doet zichzelf tekort. Wat is hun rol in het tot stand komen van inzicht?
• Een opleiding volgen is één, gesprekken begeleiden in je eigen praktijk is iets anders. Hoe voorkom je dat je met een volgeladen kist gereedschap op je deelnemers afstapt zonder dat je recht doet aan hun vragen, fascinaties en denkwerelden?

Literatuur

Wie filosofische gesprekken wil leren leiden heeft baat bij de volgende soorten literatuur:

  1. voorbeelden uit de praktijk, in de vorm van verslagen van socratische gesprekken
  2. techniek en methodiek van het socratische gesprek
  3. inleiding in de achtergronden en herkomst van het socratische gesprek
  4. overzichten van filosofisch gedachtegoed

De volgorde waarin deze literatuur gelezen wordt, staat vrij. Kies wat je het meest aanspreekt. Er is wat ons betreft geen verplichte literatuur die iedereen op een bepaald moment gelezen moet hebben. Wij geven de voorkeur aan een regel, bijvoorbeeld: Voor elke bijeenkomst heeft iedereen minimaal één fragment gelezen en daarbij genoteerd wat zijn/haar vragen zijn.

Voorbeelden van literatuur bij elk van de bovengenoemde vier categorieën, en ten vijfde enkele
overige werken:

1 – voorbeelden uit de praktijk
• Rudolf Kampers & Jan Ewout Ruiter. Filosoferen aan de keukentafel. Recepten voor een goed gesprek. Scriptum 2015, p. 34-95
• Jos Kessels, Erik Boers, Pieter Mostert. Vrije Ruimte. Filosoferen in organisaties. Uitgeverij Boom, Amsterdam, 2002, p. 42-50
• Jos Kessels. Het poëtisch argument. Socratische gesprekken over het goede leven. Uitgeverij Boom, Amsterdam, 2006, p. 111-144
• Jos Kessels. De jacht op een idee. Visie, strategie, filosofie. Uitgeverij Boom, Amsterdam, 2009, p. 73-102

2 – techniek en methodiek van het socratische gesprek
• Rudolf Kampers & Jan Ewout Ruiter. Filosoferen aan de keukentafel. Recepten voor een goed gesprek. Scriptum 2015, p.12-31 en 98-109
• Jos Kessels. Socrates op de markt. Filosofie in bedrijf. Uitgeverij Boom, Amsterdam, 1997, p. 138-158, 199-218
• Jos Kessels, Erik Boers, Pieter Mostert. Vrije Ruimte. Filosoferen in organisaties. Uitgeverij Boom, Amsterdam, 2002, p. 50-70
• Jos Kessels, Erik Boers, Pieter Mostert. Praktijkboek Vrije ruimte. Uitgeverij Boom, Amsterdam, 2008, p. 40-68

3 – inleiding in de achtergronden en herkomst van het socratische gesprek
• Leonard Nelson. De socratische methode. Uitgeverij Boom, Amsterdam, 1994, p. 7-44
• Jos Kessels. Socrates op de markt. Filosofie in bedrijf. Uitgeverij Boom, Amsterdam, 1997, p. 138-158, 199-218
• Jos Kessels, Erik Boers, Pieter Mostert. Vrije Ruimte. Filosoferen in organisaties. Uitgeverij Boom, Amsterdam, 2002, p. 155-176

4 – overzichten van filosofisch gedachtegoed
• Jos Kessels. Geluk en wijsheid voor beginners. Uitgeverij Boom, Amsterdam, 1999
• Laurens ten Kate (samenstelling) Encyclopedie van de filosofie. Van de oudheid tot vandaag. Termen begrippen, namen en stromingen. Uitgeverij Boom, Amsterdam, 2007

5 – overige aan te bevelen literatuur
• Een of meer van de dialogen van Plato, bijvoorbeeld Phaedrus of Theaetetus (diverse vertalingen)
• Desiree Berendsen e.a. (red.). Filosofie op school. Handboek vakdidactiek filosofie. Boom Uitgevers, Amsterdam 2021
• David Bohm. Over dialoog. Helder denken en communiceren. Uitgeverij Ten Have, Utrecht 2018
• Jos Delnoij & Wieger van Dalen (red.). Het socratisch gesprek. Uitgeverij Damon, Budel, 2003
• Jos Kessels. Spelen met ideeën; de kunst van het filosofisch gesprek. Uitgeverij Boom, Amsterdam, 2012
• Elke Müller (red.). Aristoteles in actie. Praktische wijsheid voor professionals in het onderwijs.
ISVW Uitgevers, Leusden 2019

IV PRAKTISCHE INFORMATIE

Voor wie?
Deze opleiding is bedoeld voor de docent die wil leren hoe je een filosofisch gesprek leidt. Het minimum aantal deelnemers is 8, het maximum aantal deelnemers is 20.

Waar en wanneer?
De opleiding behelst 5 bijeenkomsten van 3,5 uur op een nader te bepalen locatie aan het Janskerkhof op de volgende vijf donderdagavonden van 17.00 tot 20.30 uur.

  • 16 september 2021
  • 30 september 2021
  • 4 november 2021
  • 25 november 2021
  • 9 december 2021

Ondersteuning van de deelnemers
Gedurende de sessies is er volop ruimte voor de vragen. Ook tussen de sessies en na afloop van de opleiding zijn de cursusleiders tot een dagdeel (3,5 uur) per week beschikbaar voor vragen.

Te besteden tijd
De deelnemers halen het meeste uit de opleiding als ze de bijeenkomsten voorbereiden door het lezen van enige literatuur, het maken van opdrachten, het leiden en voeren van oefengesprekken en het bijhouden van een cursusdagboek. Deze voorbereiding kost ongeveer 3 uur per bijeenkomst.

Locatie

  • Opstelling in carré aan tafels
  • 2 ruimtes naast of dichtbij elkaar, waarvan 1 groot genoeg voor 20 deelnemers
  • Een flipover met ruim papier in iedere ruimte
  • Geen geluidsoverlast

Kosten
De kosten voor de opleiding bedragen € 550 per deelnemer, vrijgesteld van BTW en inclusief het boek Filosoferen aan de keukentafel, handouts en enige ondersteuning per mail en telefoon. Niet in de cursusprijs inbegrepen zijn de kosten voor overige literatuur en catering.

Over de docenten
Rudolf Kampers studeerde filosofie en economie. Hij leidt sinds 2005 socratische gesprekken, workshops en cursussen in socratische gespreksvoering. Hij werkt parttime als lerarenopleider (filosoferen met kinderen, pedagogische gespreksvoering) aan de Thomas More Hogeschool in Rotterdam (pabo). Als voorzitter van Stichting De Tegenfase bevordert hij de dialoog onder jongeren. Samen met compagnon Jan Ewout Ruiter schreef hij Filosoferen aan de keukentafel (Scriptum 2015).
Jan Ewout Ruiter studeerde filosofie en werkte als journalist, filmproducent en communicatieadviseur. Sinds 2009 is hij gespreksleider en docent. De leergang Visieontwikkeling in organisaties heeft een plaats in het aanbod van de Internationale School Voor Wijsbegeerte en wordt ook uitgevoerd als incompany-opleiding. Samen met compagnon Rudolf Kampers schreef hij Filosoferen aan de keukentafel (Scriptum 2015).